Privacyverklaring
Contact
Resultaten en vooruitblik
Voortgang van energieprojecten in 2023
De ambities voor het duurzame energiesysteem zijn hoog. Gelukkig boekten we het afgelopen jaar veel vooruitgang. Zowel op land als op zee. Hieronder een greep uit de voortgang van MIEK- en RCR-projecten.
Op zee
Voortgang RCR projecten: Netten op zee
Afgelopen jaar is hard gewerkt aan de aanlandingen voor windenergie op zee naar land: ‘netten op zee-projecten’. Deze projecten moeten de ambitie van 21 Gigawatt (GW) windenergie op zee rond 2030 mogelijk maken. Verschillende projecten hebben hiervoor belangrijke mijlpalen behaald. Voor de projecten ‘Net op zee: IJmuiden Ver Alpha’ en ‘Net op zee: IJmuiden ver Beta’ is de tweede fase van de besluitvorming volgens planning opgeleverd. ‘Net op zee: Nederwiek 3’ publiceerde het voornemen en voorstel voor participatie en de concept-Notitie Rijkweidte en Detailniveau (c-NRD).
Er zijn ook aanlandingsprojecten waarvan de realisatiefase al is gestart. ‘Net op zee: IJmuiden Ver Gamma’ publiceerde in de zomer van 2023 de definitieve besluiten. Hierop is geen beroep ingediend en dus zijn de besluiten onherroepelijk. Dat betekent dat de hele procedure in minder dan 2,5 jaar is afgerond. TenneT is direct gestart met het voorbereiden van de realisatie. Voor ‘Net op zee: Hollandse Kust West Beta’, startte TenneT dit jaar met de bouwwerkzaamheden.
Op land
Hoogspanningsprojecten
Veel van de hoogspanningsprojecten op land behaalden het afgelopen jaar belangrijke mijlpalen, waardoor deze dichterbij realisatie zijn. Meerdere 380 kV projecten – waaronder de hoogspanningsverbindingen Diemen-Lelystad-Ens, Vierverlaten-Ens, Geertruidenberg-Krimpen aan den IJssel/Crayestein, en het hoogspanningsstation Omgeving Sloegebied (Zeeland) – publiceerden het afgelopen jaar concept-NRD’s. Voor de nieuwe 380 kV hoogspanningsverbinding ‘Zeeuws-Vlaanderen’ (van Borssele naar Terneuzen) is eind 2023 het Voornemen en voorstel voor Participatieplan (VenP) gepubliceerd.
Ook bij de hoogspanningsprojecten zijn er stappen gemaakt in de realisatiefase. Om de 380 kV hoogspanningsverbinding tussen Rilland en Tilburg mogelijk te maken zijn in 2023 de voorbereidingen gestart voor de bouw van een nieuw hoogspanningsstation in Tilburg. Nadat vorig jaar het inpassingsplan voor de hoogspanningsverbinding tussen Rilland en Tilburg is vastgesteld, zijn dit najaar de ontwerp-vergunningen ter inzage gelegd. Voor een aantal andere nog te realiseren 380 kV hoogspanningsstations (Amsterdam-Zuidoost en A9-Zuid) zijn het afgelopen jaar voorverkenningen gestart. Naast de realisatie van deze nieuwe projecten zijn enkele bestaande hoogspanningsverbindingen opgewaardeerd. Bijvoorbeeld de bestaande 150 kV hoogspanningsverbinding tussen Lelystad en Diemen (in 2022) en tussen Krimpen aan de IJssel en Geertruidenberg (in 2023).
Waterstof
Het afgelopen jaar is goede voortgang gemaakt met de waterstofprojecten in de industrieclusters. Voor de waterstofopslag Zuidwending is de definitieve NRD gepubliceerd. Ook zijn de concept-NRD’s gepubliceerd voor de projecten Waterstofnet Groningen, Waterstofnet Noorzeekanaalgebied en Waterstofnet Zuidwest-Nederland. De projecten Waterstofnet Drenthe/Overijssel en Delta Rhine Corridor (waarvan de waterstoftransportleiding Rotterdam-Limburg deel uitmaakt) zijn gestart met de publicatie van het Voornemen en voorstel voor Participatieplan (VenP).
CO2-opslag projecten
Dit jaar is het eerste CO2-opslagproject, Porthos, in Nederland van start gegaan. De ruimtelijke procedure is afgerond na een positieve uitspraak van de Raad van State dit voorjaar, de definitieve investeringsbeslissing is genomen en in 2024 start de bouw van het project. Naar verwachting is de opslagfaciliteit in 2026 operationeel. Dan kunnen bedrijven als Air Liquide, Air Products, ExxonMobil en Shell de door hen afgevangen CO2 aanleveren aan Porthos. Porthos gaat circa 2,5 megaton CO2 per jaar opslaan gedurende vijftien jaar.
Naast Porthos loopt een tweede CO2-opslagproject, Aramis, dat grootschalige transportinfrastructuur naar lege gasvelden op de Noordzee wil ontwikkelen. De ruimtelijke procedure voor Aramis loopt. In 2024 zullen de vergunningen worden aangevraagd.
Versnellen via het MIEK
Nieuwe MIEK-projecten in 2023
Het MIEK is de afgelopen jaren gevuld met projecten waarmee we een groot deel van de opgave op nationaal niveau geagendeerd hebben. Maar er zijn meer projecten nodig om Nederland te verduurzamen. Het afgelopen jaar zijn daarom drie nieuwe projecten geïdentificeerd op nationaal niveau. Deze zijn toegelaten tot het MIEK. Daarmee zijn er nu in totaal vijftien MIEK-projecten. Daarbij bestaan sommige MIEK-projecten uit meerdere RCR-projecten voor wat betreft de ruimtelijke inpassing. De nieuwe MIEK-projecten zijn:
· Elektriciteit: 380 kilovolt (kV) verbinding tussen Vierverlaten, Ens en Diemen (dit omvat twee bestaande RCR-projecten).
· Waterstof: Verbreding scope van waterstofimport met terminals in Zeeland.
· Warmte: Integraal warmtesysteem in de provincie Zuid-Holland.
Meer informatie over deze projecten vindt u in de projectpagina’s in deze online omgeving.
Oplevering eerste provinciale MIEKs (pMIEK’s)
Dit jaar ontwikkelden de provincies een eerste provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (pMIEK). Dit deden zij samen met onder andere netbeheerders en gemeenten. In de pMIEK’s zijn per provincie energie-infrastructuurprojecten geselecteerd die belangrijke regionale ontwikkelingen ondersteunen. Denk aan woningbouw, mobiliteit en regionale industrie. Ook de pMIEK-projecten worden gegeven hun noodzaak met prioriteit uitgevoerd. In totaal zijn er dit jaar ruim honderd belangrijke energie-infrastructuurprojecten geselecteerd.
Nieuw prioriteringskader geeft voorrang bij netbeheerders
Er is een nieuw prioriteringskader opgeleverd waardoor projecten uit het (nationaal en provinciaal) MIEK een prioritaire status in de investeringsplannen van netbeheerders van het elektriciteitsnet krijgen. Vooruitlopend op de nieuwe Energiewet heeft de minister voor Klimaat en Energie dit al vastgelegd in een ministeriële regeling onder de Elektriciteitswet. Hierdoor heeft het impact op de eerstvolgende investeringsplannen (2024).
De effecten van MIEK zijn zichtbaar in de plannen van de netbeheerders. De MIEK-projecten worden immers hoog geprioriteerd. Een MIEK-status levert echter niet automatisch de benodigde vergunningen op en is geen garantie voor tijdige realisatie. Ook MIEK-projecten moeten voldoen aan alle wettelijke eisen die gelden in het kader van de vergunningverlening.
Introductie van diverse versnellingsopties
Om projecten tijdig te realiseren, zijn binnen het MIEK diverse acties gestart:
· De ontwikkeling van een Data Safe House
Dit is een onafhankelijke stichting die de (vertrouwelijke) uitwisseling van data tussen bedrijven en netbeheerders verbetert. Daardoor wordt sneller duidelijk welke projecten gewenst zijn en wanneer deze gerealiseerd moeten worden.
· Het gebruik van een expert- en capaciteitspoule voor provincies en gemeenten
Deze poule ondersteunt decentrale overheden om grootschalige ruimtelijke inpassingsprocedures tijdig uit te voeren.
· Het verkennen van wettelijke versnellingsopties
Binnen het MIEK wordt verkend welke wettelijke aanpassingen mogelijk zijn om procedures te versnellen voor energie-infrastructuurprojecten. Het gaat hier onder meer om snellere doorlooptijden. De verkenning gebeurt in afstemming met andere betrokken ministeries. Er wordt de komende periode nader onderzoek naar de haalbaarheid gedaan.
· Het vinden van oplossingen op problemen gerelateerd aan de stikstofcrisis
Toen de bouwvrijstelling in november 2022 verviel, werkte het ministerie van EZK aan het voorkomen van vertraging voor de meest acute projecten. Voor acute MIEK-projecten zijn oplossingen gevonden. Dit is dankzij een maatwerkaanpak en nauwe afstemming met de minister voor Natuur en Stikstof.
Vooruitblik
Op zee
De verkenningen naar aanlandingen voor de periode 2031-2040 zijn in volle gang. In de programma’s Verbindingen Aanlanding Wind op Zee 2031-2040 (VAWOZ) en Programma Aansluiting Wind op Zee-Eemshaven (PAWOZ) wordt onderzocht in welke gebieden en op welke manier toekomstige windparken kunnen worden aangesloten op het hoogspanningsnet op land. Naar aanleiding van deze verkenningen is het de bedoeling vanaf eind 2025 te starten met nieuwe procedures voor de aanlanding van wind op zee.
Op land
In 2024 zullen er een aantal nieuwe hoogspanningsprojecten van start gaan met de publicatie van het Voornemen en voorstel voor Participatieplan (VenP). Dit betreft onder meer een nieuwe hoogspanningsverbinding tussen Eindhoven en Maasbracht en hoogspanningsstations bij Moerdijk en Delfzijl (Farmsum). Verder staat 2024 voor de reeds gestarte 380 kV hoogspanningsprojecten (Diemen-Lelystad-Ens, Vierverlaten-Ens en Geertruidenberg-Krimpen aan den IJssel/Crayestein) in het teken van het in beeld brengen van alle milieueffecten voor de Plan-Milieueffectrapportage (MER) en het maken van de Integrale Effectenanalyse (IEA). Voor de nieuwe 380 kV hoogspanningsverbinding ‘Zeeuws-Vlaanderen’ (van Borssele naar Terneuzen) zal in 2024 de concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau worden gepubliceerd.
Voor de 'Beter Benutten Bestaande-projecten' (opwaardering bestaande verbindingen) geldt dat de werkzaamheden bij de verbinding Ens-Zwolle in 2024 zullen worden afgerond, waarna de verbinding meer elektriciteit kan transporteren. Voor de bestaande verbinding tussen Eindhoven en Maasbracht is de opwaardering van de verbinding in 2026 voorzien.
Nadere ontwikkeling van het MIEK:
Oplevering Cluster Energie Strategie 2024 (CES 2024)
Op 1 april 2024 leveren de grote industrieclusters in Nederland weer de nieuwe CES op. Door middel van de CES-sen brengen industrie, netbeheerders en overheden de toekomstige vraag en het aanbod aan duurzame energie voor een industriecluster in beeld. Mogelijke nieuwe energieprojecten die in de CES worden geïdentificeerd, zijn kandidaat voor opname in het MIEK van 2024.
Derde route richting het MIEK
In 2024 wordt een derde spoor toegevoegd met energieprojecten die aanspraak kunnen maken voor opname in het MIEK:
Systeemprojecten: Dit zijn projecten die het schaalniveau van een industriecluster of regio overstijgen en belangrijk zijn voor het totale energiesysteem. Een project kan worden opgenomen als het onder andere past in verschillende ontwikkelpaden van het energiesysteem die bijvoorbeeld in het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE) worden toegelicht.
Oplevering van de provinciale MIEK’s begin 2025
In 2024 wordt door de provincies hard gewerkt aan de provinciale Energievisies en de tweede edities van de pMIEKs. De provinciale Energievisie kan gezien worden als een doorvertaling van het NPE en schetst een gedeeld toekomstbeeld voor de ontwikkeling van het energiesysteem in de provincie. In de provinciale Energievisie worden maatschappelijke ontwikkelingen in de regio die gevolgen hebben voor het energiesysteem in kaart gebracht. Daarmee levert het belangrijke informatie om energieprojecten te kunnen prioriteren. Zo vormt de provinciale Energievisie een basis voor de tweede versie van de pMIEKs. Deze pMIEKs 2.0 worden uiterlijk begin 2025 opgeleverd. Mogelijk komen hieruit projecten die vanwege hun schaalniveau in aanmerking komen voor het nationale MIEK van 2025.
Verdere uitwerking versnellingsopties
In 2024 wordt gewerkt aan de implementatie van de meest kansrijke opties die de realisatie van energieprojecten kunnen versnellen. Voorbeelden hiervan zijn mogelijkheden om stikstof-vergunningverlening bij energie-infrastructuur te versnellen. Of het aanwijzen van projecten waarvan de versnelde uitvoering gewenst is. Dit vanwege zwaarwegende maatschappelijke belangen. Met dit laatste wordt de beroepsprocedure onder andere versneld door beroep maar op één moment in het proces van een project mogelijk te maken. Ook wordt gekeken of meerdere typen energieprojecten die voorheen nog niet onder de RCR vielen, bijvoorbeeld de realisatie van elektrolysers, nu onder de RCR ingepast kunnen worden. Al deze versnellingsopties worden in 2024 nader uitgewerkt.
Resultaten en vooruitblik
Voortgang van energieprojecten in 2023
De ambities voor het duurzame energiesysteem zijn hoog. Gelukkig boekten we het afgelopen jaar veel vooruitgang. Zowel op land als op zee. Hieronder een greep uit de voortgang van MIEK- en RCR-projecten.
Op zee
Voortgang RCR projecten: Netten op zee
Afgelopen jaar is hard gewerkt aan de aanlandingen voor windenergie op zee naar land: ‘netten op zee-projecten’. Deze projecten moeten de ambitie van 21 Gigawatt (GW) windenergie op zee rond 2030 mogelijk maken. Verschillende projecten hebben hiervoor belangrijke mijlpalen behaald. Voor de projecten ‘Net op zee: IJmuiden Ver Alpha’ en ‘Net op zee: IJmuiden ver Beta’ is de tweede fase van de besluitvorming volgens planning opgeleverd. ‘Net op zee: Nederwiek 3’ publiceerde het voornemen en voorstel voor participatie en de concept-Notitie Rijkweidte en Detailniveau (c-NRD).
Er zijn ook aanlandingsprojecten waarvan de realisatiefase al is gestart. ‘Net op zee: IJmuiden Ver Gamma’ publiceerde in de zomer van 2023 de definitieve besluiten. Hierop is geen beroep ingediend en dus zijn de besluiten onherroepelijk. Dat betekent dat de hele procedure in minder dan 2,5 jaar is afgerond. TenneT is direct gestart met het voorbereiden van de realisatie. Voor ‘Net op zee: Hollandse Kust West Beta’, startte TenneT dit jaar met de bouwwerkzaamheden.
Op land
Hoogspanningsprojecten
Veel van de hoogspanningsprojecten op land behaalden het afgelopen jaar belangrijke mijlpalen, waardoor deze dichterbij realisatie zijn. Meerdere 380 kV projecten – waaronder de hoogspanningsverbindingen Diemen-Lelystad-Ens, Vierverlaten-Ens, Geertruidenberg-Krimpen aan den IJssel/Crayestein, en het hoogspanningsstation Omgeving Sloegebied (Zeeland) – publiceerden het afgelopen jaar concept-NRD’s. Voor de nieuwe 380 kV hoogspanningsverbinding ‘Zeeuws-Vlaanderen’ (van Borssele naar Terneuzen) is eind 2023 het Voornemen en voorstel voor Participatieplan (VenP) gepubliceerd.
Ook bij de hoogspanningsprojecten zijn er stappen gemaakt in de realisatiefase. Om de 380 kV hoogspanningsverbinding tussen Rilland en Tilburg mogelijk te maken zijn in 2023 de voorbereidingen gestart voor de bouw van een nieuw hoogspanningsstation in Tilburg. Nadat vorig jaar het inpassingsplan voor de hoogspanningsverbinding tussen Rilland en Tilburg is vastgesteld, zijn dit najaar de ontwerp-vergunningen ter inzage gelegd. Voor een aantal andere nog te realiseren 380 kV hoogspanningsstations (Amsterdam-Zuidoost en A9-Zuid) zijn het afgelopen jaar voorverkenningen gestart. Naast de realisatie van deze nieuwe projecten zijn enkele bestaande hoogspanningsverbindingen opgewaardeerd. Bijvoorbeeld de bestaande 150 kV hoogspanningsverbinding tussen Lelystad en Diemen (in 2022) en tussen Krimpen aan de IJssel en Geertruidenberg (in 2023).
Waterstof
Het afgelopen jaar is goede voortgang gemaakt met de waterstofprojecten in de industrieclusters. Voor de waterstofopslag Zuidwending is de definitieve NRD gepubliceerd. Ook zijn de concept-NRD’s gepubliceerd voor de projecten Waterstofnet Groningen, Waterstofnet Noorzeekanaalgebied en Waterstofnet Zuidwest-Nederland. De projecten Waterstofnet Drenthe/Overijssel en Delta Rhine Corridor (waarvan de waterstoftransportleiding Rotterdam-Limburg deel uitmaakt) zijn gestart met de publicatie van het Voornemen en voorstel voor Participatieplan (VenP).
CO2-opslag projecten
Dit jaar is het eerste CO2-opslagproject, Porthos, in Nederland van start gegaan. De ruimtelijke procedure is afgerond na een positieve uitspraak van de Raad van State dit voorjaar, de definitieve investeringsbeslissing is genomen en in 2024 start de bouw van het project. Naar verwachting is de opslagfaciliteit in 2026 operationeel. Dan kunnen bedrijven als Air Liquide, Air Products, ExxonMobil en Shell de door hen afgevangen CO2 aanleveren aan Porthos. Porthos gaat circa 2,5 megaton CO2 per jaar opslaan gedurende vijftien jaar.
Naast Porthos loopt een tweede CO2-opslagproject, Aramis, dat grootschalige transportinfrastructuur naar lege gasvelden op de Noordzee wil ontwikkelen. De ruimtelijke procedure voor Aramis loopt. In 2024 zullen de vergunningen worden aangevraagd.
Versnellen via het MIEK
Nieuwe MIEK-projecten in 2023
Het MIEK is de afgelopen jaren gevuld met projecten waarmee we een groot deel van de opgave op nationaal niveau geagendeerd hebben. Maar er zijn meer projecten nodig om Nederland te verduurzamen. Het afgelopen jaar zijn daarom drie nieuwe projecten geïdentificeerd op nationaal niveau. Deze zijn toegelaten tot het MIEK. Daarmee zijn er nu in totaal vijftien MIEK-projecten. Daarbij bestaan sommige MIEK-projecten uit meerdere RCR-projecten voor wat betreft de ruimtelijke inpassing. De nieuwe MIEK-projecten zijn:
· Elektriciteit: 380 kilovolt (kV) verbinding tussen Vierverlaten, Ens en Diemen (dit omvat twee bestaande RCR-projecten).
· Waterstof: Verbreding scope van waterstofimport met terminals in Zeeland.
· Warmte: Integraal warmtesysteem in de provincie Zuid-Holland.
Meer informatie over deze projecten vindt u in de projectpagina’s in deze online omgeving.
Oplevering eerste provinciale MIEKs (pMIEK’s)
Dit jaar ontwikkelden de provincies een eerste provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (pMIEK). Dit deden zij samen met onder andere netbeheerders en gemeenten. In de pMIEK’s zijn per provincie energie-infrastructuurprojecten geselecteerd die belangrijke regionale ontwikkelingen ondersteunen. Denk aan woningbouw, mobiliteit en regionale industrie. Ook de pMIEK-projecten worden gegeven hun noodzaak met prioriteit uitgevoerd. In totaal zijn er dit jaar ruim honderd belangrijke energie-infrastructuurprojecten geselecteerd.
Nieuw prioriteringskader geeft voorrang bij netbeheerders
Er is een nieuw prioriteringskader opgeleverd waardoor projecten uit het (nationaal en provinciaal) MIEK een prioritaire status in de investeringsplannen van netbeheerders van het elektriciteitsnet krijgen. Vooruitlopend op de nieuwe Energiewet heeft de minister voor Klimaat en Energie dit al vastgelegd in een ministeriële regeling onder de Elektriciteitswet. Hierdoor heeft het impact op de eerstvolgende investeringsplannen (2024).
De effecten van MIEK zijn zichtbaar in de plannen van de netbeheerders. De MIEK-projecten worden immers hoog geprioriteerd. Een MIEK-status levert echter niet automatisch de benodigde vergunningen op en is geen garantie voor tijdige realisatie. Ook MIEK-projecten moeten voldoen aan alle wettelijke eisen die gelden in het kader van de vergunningverlening.
Introductie van diverse versnellingsopties
Om projecten tijdig te realiseren, zijn binnen het MIEK diverse acties gestart:
· De ontwikkeling van een Data Safe House
Dit is een onafhankelijke stichting die de (vertrouwelijke) uitwisseling van data tussen bedrijven en netbeheerders verbetert. Daardoor wordt sneller duidelijk welke projecten gewenst zijn en wanneer deze gerealiseerd moeten worden.
· Het gebruik van een expert- en capaciteitspoule voor provincies en gemeenten
Deze poule ondersteunt decentrale overheden om grootschalige ruimtelijke inpassingsprocedures tijdig uit te voeren.
· Het verkennen van wettelijke versnellingsopties
Binnen het MIEK wordt verkend welke wettelijke aanpassingen mogelijk zijn om procedures te versnellen voor energie-infrastructuurprojecten. Het gaat hier onder meer om snellere doorlooptijden. De verkenning gebeurt in afstemming met andere betrokken ministeries. Er wordt de komende periode nader onderzoek naar de haalbaarheid gedaan.
· Het vinden van oplossingen op problemen gerelateerd aan de stikstofcrisis
Toen de bouwvrijstelling in november 2022 verviel, werkte het ministerie van EZK aan het voorkomen van vertraging voor de meest acute projecten. Voor acute MIEK-projecten zijn oplossingen gevonden. Dit is dankzij een maatwerkaanpak en nauwe afstemming met de minister voor Natuur en Stikstof.
Vooruitblik
Op zee
De verkenningen naar aanlandingen voor de periode 2031-2040 zijn in volle gang. In de programma’s Verbindingen Aanlanding Wind op Zee 2031-2040 (VAWOZ) en Programma Aansluiting Wind op Zee-Eemshaven (PAWOZ) wordt onderzocht in welke gebieden en op welke manier toekomstige windparken kunnen worden aangesloten op het hoogspanningsnet op land. Naar aanleiding van deze verkenningen is het de bedoeling vanaf eind 2025 te starten met nieuwe procedures voor de aanlanding van wind op zee.
Op land
In 2024 zullen er een aantal nieuwe hoogspanningsprojecten van start gaan met de publicatie van het Voornemen en voorstel voor Participatieplan (VenP). Dit betreft onder meer een nieuwe hoogspanningsverbinding tussen Eindhoven en Maasbracht en hoogspanningsstations bij Moerdijk en Delfzijl (Farmsum). Verder staat 2024 voor de reeds gestarte 380 kV hoogspanningsprojecten (Diemen-Lelystad-Ens, Vierverlaten-Ens en Geertruidenberg-Krimpen aan den IJssel/Crayestein) in het teken van het in beeld brengen van alle milieueffecten voor de Plan-Milieueffectrapportage (MER) en het maken van de Integrale Effectenanalyse (IEA). Voor de nieuwe 380 kV hoogspanningsverbinding ‘Zeeuws-Vlaanderen’ (van Borssele naar Terneuzen) zal in 2024 de concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau worden gepubliceerd.
Voor de 'Beter Benutten Bestaande-projecten' (opwaardering bestaande verbindingen) geldt dat de werkzaamheden bij de verbinding Ens-Zwolle in 2024 zullen worden afgerond, waarna de verbinding meer elektriciteit kan transporteren. Voor de bestaande verbinding tussen Eindhoven en Maasbracht is de opwaardering van de verbinding in 2026 voorzien.
Nadere ontwikkeling van het MIEK:
Oplevering Cluster Energie Strategie 2024 (CES 2024)
Op 1 april 2024 leveren de grote industrieclusters in Nederland weer de nieuwe CES op. Door middel van de CES-sen brengen industrie, netbeheerders en overheden de toekomstige vraag en het aanbod aan duurzame energie voor een industriecluster in beeld. Mogelijke nieuwe energieprojecten die in de CES worden geïdentificeerd, zijn kandidaat voor opname in het MIEK van 2024.
Derde route richting het MIEK
In 2024 wordt een derde spoor toegevoegd met energieprojecten die aanspraak kunnen maken voor opname in het MIEK:
Systeemprojecten: Dit zijn projecten die het schaalniveau van een industriecluster of regio overstijgen en belangrijk zijn voor het totale energiesysteem. Een project kan worden opgenomen als het onder andere past in verschillende ontwikkelpaden van het energiesysteem die bijvoorbeeld in het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE) worden toegelicht.
Oplevering van de provinciale MIEK’s begin 2025
In 2024 wordt door de provincies hard gewerkt aan de provinciale Energievisies en de tweede edities van de pMIEKs. De provinciale Energievisie kan gezien worden als een doorvertaling van het NPE en schetst een gedeeld toekomstbeeld voor de ontwikkeling van het energiesysteem in de provincie. In de provinciale Energievisie worden maatschappelijke ontwikkelingen in de regio die gevolgen hebben voor het energiesysteem in kaart gebracht. Daarmee levert het belangrijke informatie om energieprojecten te kunnen prioriteren. Zo vormt de provinciale Energievisie een basis voor de tweede versie van de pMIEKs. Deze pMIEKs 2.0 worden uiterlijk begin 2025 opgeleverd. Mogelijk komen hieruit projecten die vanwege hun schaalniveau in aanmerking komen voor het nationale MIEK van 2025.
Verdere uitwerking versnellingsopties
In 2024 wordt gewerkt aan de implementatie van de meest kansrijke opties die de realisatie van energieprojecten kunnen versnellen. Voorbeelden hiervan zijn mogelijkheden om stikstof-vergunningverlening bij energie-infrastructuur te versnellen. Of het aanwijzen van projecten waarvan de versnelde uitvoering gewenst is. Dit vanwege zwaarwegende maatschappelijke belangen. Met dit laatste wordt de beroepsprocedure onder andere versneld door beroep maar op één moment in het proces van een project mogelijk te maken. Ook wordt gekeken of meerdere typen energieprojecten die voorheen nog niet onder de RCR vielen, bijvoorbeeld de realisatie van elektrolysers, nu onder de RCR ingepast kunnen worden. Al deze versnellingsopties worden in 2024 nader uitgewerkt.
Resultaten en vooruitblik
Voortgang van energieprojecten in 2023
De ambities voor het duurzame energiesysteem zijn hoog. Gelukkig boekten we het afgelopen jaar veel vooruitgang. Zowel op land als op zee. Hieronder een greep uit de voortgang van MIEK- en RCR-projecten.
Op zee
Voortgang RCR projecten: Netten op zee
Afgelopen jaar is hard gewerkt aan de aanlandingen voor windenergie op zee naar land: ‘netten op zee-projecten’. Deze projecten moeten de ambitie van 21 Gigawatt (GW) windenergie op zee rond 2030 mogelijk maken. Verschillende projecten hebben hiervoor belangrijke mijlpalen behaald. Voor de projecten ‘Net op zee: IJmuiden Ver Alpha’ en ‘Net op zee: IJmuiden ver Beta’ is de tweede fase van de besluitvorming volgens planning opgeleverd. ‘Net op zee: Nederwiek 3’ publiceerde het voornemen en voorstel voor participatie en de concept-Notitie Rijkweidte en Detailniveau (c-NRD).
Er zijn ook aanlandingsprojecten waarvan de realisatiefase al is gestart. ‘Net op zee: IJmuiden Ver Gamma’ publiceerde in de zomer van 2023 de definitieve besluiten. Hierop is geen beroep ingediend en dus zijn de besluiten onherroepelijk. Dat betekent dat de hele procedure in minder dan 2,5 jaar is afgerond. TenneT is direct gestart met het voorbereiden van de realisatie. Voor ‘Net op zee: Hollandse Kust West Beta’, startte TenneT dit jaar met de bouwwerkzaamheden.
Op land
Hoogspanningsprojecten
Veel van de hoogspanningsprojecten op land behaalden het afgelopen jaar belangrijke mijlpalen, waardoor deze dichterbij realisatie zijn. Meerdere 380 kV projecten – waaronder de hoogspanningsverbindingen Diemen-Lelystad-Ens, Vierverlaten-Ens, Geertruidenberg-Krimpen aan den IJssel/Crayestein, en het hoogspanningsstation Omgeving Sloegebied (Zeeland) – publiceerden het afgelopen jaar concept-NRD’s. Voor de nieuwe 380 kV hoogspanningsverbinding ‘Zeeuws-Vlaanderen’ (van Borssele naar Terneuzen) is eind 2023 het Voornemen en voorstel voor Participatieplan (VenP) gepubliceerd.
Ook bij de hoogspanningsprojecten zijn er stappen gemaakt in de realisatiefase. Om de 380 kV hoogspanningsverbinding tussen Rilland en Tilburg mogelijk te maken zijn in 2023 de voorbereidingen gestart voor de bouw van een nieuw hoogspanningsstation in Tilburg. Nadat vorig jaar het inpassingsplan voor de hoogspanningsverbinding tussen Rilland en Tilburg is vastgesteld, zijn dit najaar de ontwerp-vergunningen ter inzage gelegd. Voor een aantal andere nog te realiseren 380 kV hoogspanningsstations (Amsterdam-Zuidoost en A9-Zuid) zijn het afgelopen jaar voorverkenningen gestart. Naast de realisatie van deze nieuwe projecten zijn enkele bestaande hoogspanningsverbindingen opgewaardeerd. Bijvoorbeeld de bestaande 150 kV hoogspanningsverbinding tussen Lelystad en Diemen (in 2022) en tussen Krimpen aan de IJssel en Geertruidenberg (in 2023).
Waterstof
Het afgelopen jaar is goede voortgang gemaakt met de waterstofprojecten in de industrieclusters. Voor de waterstofopslag Zuidwending is de definitieve NRD gepubliceerd. Ook zijn de concept-NRD’s gepubliceerd voor de projecten Waterstofnet Groningen, Waterstofnet Noorzeekanaalgebied en Waterstofnet Zuidwest-Nederland. De projecten Waterstofnet Drenthe/Overijssel en Delta Rhine Corridor (waarvan de waterstoftransportleiding Rotterdam-Limburg deel uitmaakt) zijn gestart met de publicatie van het Voornemen en voorstel voor Participatieplan (VenP).
CO2-opslag projecten
Dit jaar is het eerste CO2-opslagproject, Porthos, in Nederland van start gegaan. De ruimtelijke procedure is afgerond na een positieve uitspraak van de Raad van State dit voorjaar, de definitieve investeringsbeslissing is genomen en in 2024 start de bouw van het project. Naar verwachting is de opslagfaciliteit in 2026 operationeel. Dan kunnen bedrijven als Air Liquide, Air Products, ExxonMobil en Shell de door hen afgevangen CO2 aanleveren aan Porthos. Porthos gaat circa 2,5 megaton CO2 per jaar opslaan gedurende vijftien jaar.
Naast Porthos loopt een tweede CO2-opslagproject, Aramis, dat grootschalige transportinfrastructuur naar lege gasvelden op de Noordzee wil ontwikkelen. De ruimtelijke procedure voor Aramis loopt. In 2024 zullen de vergunningen worden aangevraagd.
Versnellen via het MIEK
Nieuwe MIEK-projecten in 2023
Het MIEK is de afgelopen jaren gevuld met projecten waarmee we een groot deel van de opgave op nationaal niveau geagendeerd hebben. Maar er zijn meer projecten nodig om Nederland te verduurzamen. Het afgelopen jaar zijn daarom drie nieuwe projecten geïdentificeerd op nationaal niveau. Deze zijn toegelaten tot het MIEK. Daarmee zijn er nu in totaal vijftien MIEK-projecten. Daarbij bestaan sommige MIEK-projecten uit meerdere RCR-projecten voor wat betreft de ruimtelijke inpassing. De nieuwe MIEK-projecten zijn:
· Elektriciteit: 380 kilovolt (kV) verbinding tussen Vierverlaten, Ens en Diemen (dit omvat twee bestaande RCR-projecten).
· Waterstof: Verbreding scope van waterstofimport met terminals in Zeeland.
· Warmte: Integraal warmtesysteem in de provincie Zuid-Holland.
Meer informatie over deze projecten vindt u in de projectpagina’s in deze online omgeving.
Oplevering eerste provinciale MIEKs (pMIEK’s)
Dit jaar ontwikkelden de provincies een eerste provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (pMIEK). Dit deden zij samen met onder andere netbeheerders en gemeenten. In de pMIEK’s zijn per provincie energie-infrastructuurprojecten geselecteerd die belangrijke regionale ontwikkelingen ondersteunen. Denk aan woningbouw, mobiliteit en regionale industrie. Ook de pMIEK-projecten worden gegeven hun noodzaak met prioriteit uitgevoerd. In totaal zijn er dit jaar ruim honderd belangrijke energie-infrastructuurprojecten geselecteerd.
Nieuw prioriteringskader geeft voorrang bij netbeheerders
Er is een nieuw prioriteringskader opgeleverd waardoor projecten uit het (nationaal en provinciaal) MIEK een prioritaire status in de investeringsplannen van netbeheerders van het elektriciteitsnet krijgen. Vooruitlopend op de nieuwe Energiewet heeft de minister voor Klimaat en Energie dit al vastgelegd in een ministeriële regeling onder de Elektriciteitswet. Hierdoor heeft het impact op de eerstvolgende investeringsplannen (2024).
De effecten van MIEK zijn zichtbaar in de plannen van de netbeheerders. De MIEK-projecten worden immers hoog geprioriteerd. Een MIEK-status levert echter niet automatisch de benodigde vergunningen op en is geen garantie voor tijdige realisatie. Ook MIEK-projecten moeten voldoen aan alle wettelijke eisen die gelden in het kader van de vergunningverlening.
Introductie van diverse versnellingsopties
Om projecten tijdig te realiseren, zijn binnen het MIEK diverse acties gestart:
· De ontwikkeling van een Data Safe House
Dit is een onafhankelijke stichting die de (vertrouwelijke) uitwisseling van data tussen bedrijven en netbeheerders verbetert. Daardoor wordt sneller duidelijk welke projecten gewenst zijn en wanneer deze gerealiseerd moeten worden.
· Het gebruik van een expert- en capaciteitspoule voor provincies en gemeenten
Deze poule ondersteunt decentrale overheden om grootschalige ruimtelijke inpassingsprocedures tijdig uit te voeren.
· Het verkennen van wettelijke versnellingsopties
Binnen het MIEK wordt verkend welke wettelijke aanpassingen mogelijk zijn om procedures te versnellen voor energie-infrastructuurprojecten. Het gaat hier onder meer om snellere doorlooptijden. De verkenning gebeurt in afstemming met andere betrokken ministeries. Er wordt de komende periode nader onderzoek naar de haalbaarheid gedaan.
· Het vinden van oplossingen op problemen gerelateerd aan de stikstofcrisis
Toen de bouwvrijstelling in november 2022 verviel, werkte het ministerie van EZK aan het voorkomen van vertraging voor de meest acute projecten. Voor acute MIEK-projecten zijn oplossingen gevonden. Dit is dankzij een maatwerkaanpak en nauwe afstemming met de minister voor Natuur en Stikstof.
Vooruitblik
Op zee
De verkenningen naar aanlandingen voor de periode 2031-2040 zijn in volle gang. In de programma’s Verbindingen Aanlanding Wind op Zee 2031-2040 (VAWOZ) en Programma Aansluiting Wind op Zee-Eemshaven (PAWOZ) wordt onderzocht in welke gebieden en op welke manier toekomstige windparken kunnen worden aangesloten op het hoogspanningsnet op land. Naar aanleiding van deze verkenningen is het de bedoeling vanaf eind 2025 te starten met nieuwe procedures voor de aanlanding van wind op zee.
Op land
In 2024 zullen er een aantal nieuwe hoogspanningsprojecten van start gaan met de publicatie van het Voornemen en voorstel voor Participatieplan (VenP). Dit betreft onder meer een nieuwe hoogspanningsverbinding tussen Eindhoven en Maasbracht en hoogspanningsstations bij Moerdijk en Delfzijl (Farmsum). Verder staat 2024 voor de reeds gestarte 380 kV hoogspanningsprojecten (Diemen-Lelystad-Ens, Vierverlaten-Ens en Geertruidenberg-Krimpen aan den IJssel/Crayestein) in het teken van het in beeld brengen van alle milieueffecten voor de Plan-Milieueffectrapportage (MER) en het maken van de Integrale Effectenanalyse (IEA). Voor de nieuwe 380 kV hoogspanningsverbinding ‘Zeeuws-Vlaanderen’ (van Borssele naar Terneuzen) zal in 2024 de concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau worden gepubliceerd.
Voor de 'Beter Benutten Bestaande-projecten' (opwaardering bestaande verbindingen) geldt dat de werkzaamheden bij de verbinding Ens-Zwolle in 2024 zullen worden afgerond, waarna de verbinding meer elektriciteit kan transporteren. Voor de bestaande verbinding tussen Eindhoven en Maasbracht is de opwaardering van de verbinding in 2026 voorzien.
Nadere ontwikkeling van het MIEK:
Oplevering Cluster Energie Strategie 2024 (CES 2024)
Op 1 april 2024 leveren de grote industrieclusters in Nederland weer de nieuwe CES op. Door middel van de CES-sen brengen industrie, netbeheerders en overheden de toekomstige vraag en het aanbod aan duurzame energie voor een industriecluster in beeld. Mogelijke nieuwe energieprojecten die in de CES worden geïdentificeerd, zijn kandidaat voor opname in het MIEK van 2024.
Derde route richting het MIEK
In 2024 wordt een derde spoor toegevoegd met energieprojecten die aanspraak kunnen maken voor opname in het MIEK:
Systeemprojecten: Dit zijn projecten die het schaalniveau van een industriecluster of regio overstijgen en belangrijk zijn voor het totale energiesysteem. Een project kan worden opgenomen als het onder andere past in verschillende ontwikkelpaden van het energiesysteem die bijvoorbeeld in het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE) worden toegelicht.
Oplevering van de provinciale MIEK’s begin 2025
In 2024 wordt door de provincies hard gewerkt aan de provinciale Energievisies en de tweede edities van de pMIEKs. De provinciale Energievisie kan gezien worden als een doorvertaling van het NPE en schetst een gedeeld toekomstbeeld voor de ontwikkeling van het energiesysteem in de provincie. In de provinciale Energievisie worden maatschappelijke ontwikkelingen in de regio die gevolgen hebben voor het energiesysteem in kaart gebracht. Daarmee levert het belangrijke informatie om energieprojecten te kunnen prioriteren. Zo vormt de provinciale Energievisie een basis voor de tweede versie van de pMIEKs. Deze pMIEKs 2.0 worden uiterlijk begin 2025 opgeleverd. Mogelijk komen hieruit projecten die vanwege hun schaalniveau in aanmerking komen voor het nationale MIEK van 2025.
Verdere uitwerking versnellingsopties
In 2024 wordt gewerkt aan de implementatie van de meest kansrijke opties die de realisatie van energieprojecten kunnen versnellen. Voorbeelden hiervan zijn mogelijkheden om stikstof-vergunningverlening bij energie-infrastructuur te versnellen. Of het aanwijzen van projecten waarvan de versnelde uitvoering gewenst is. Dit vanwege zwaarwegende maatschappelijke belangen. Met dit laatste wordt de beroepsprocedure onder andere versneld door beroep maar op één moment in het proces van een project mogelijk te maken. Ook wordt gekeken of meerdere typen energieprojecten die voorheen nog niet onder de RCR vielen, bijvoorbeeld de realisatie van elektrolysers, nu onder de RCR ingepast kunnen worden. Al deze versnellingsopties worden in 2024 nader uitgewerkt.
Projecten in regio’s op elkaar laten aansluiten is een “no-brainer”
Energie-infrastructuurprojecten zijn vaak afhankelijk van elkaar. Ze zijn als het ware stukjes van een puzzel die samen het gehele energiesysteem vormen. In sommige regio's komen veel projecten voor duurzame energie bij elkaar. Een goed voorbeeld zijn regio's waar elektriciteit van wind op zee aan land komt. Suzan van Kruchten, coördinator voor de nationale energieprojecten in Zeeland van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), en Tom Fabri, clusteraanspreekpunt voor het industriecluster Rotterdam-Moerdijk, vertellen over de complexiteit die komt kijken bij hun regio’s.
Projecten in regio’s op elkaar laten aansluiten is een “no-brainer”
Energie-infrastructuurprojecten zijn vaak afhankelijk van elkaar. Ze zijn als het ware stukjes van een puzzel die samen het gehele energiesysteem vormen. In sommige regio's komen veel projecten voor duurzame energie bij elkaar. Een goed voorbeeld zijn regio's waar elektriciteit van wind op zee aan land komt. Suzan van Kruchten, coördinator voor de nationale energieprojecten in Zeeland van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), en Tom Fabri, clusteraanspreekpunt voor het industriecluster Rotterdam-Moerdijk, vertellen over de complexiteit die komt kijken bij hun regio’s.
De energietransitie versnelt en dat vraagt om een verandering van de aanpak. Van Kruchten zegt hierover: “Begin 2022 waren er in Zeeland maar één of twee projecten. Nu heeft TenneT, naast de netversterking 380 kV Borssele-Rilland, initiatieven lopen met betrekking tot aanlandingen wind op zee, de inpassing van een nieuw hoogspanningsstation, werkt Hynetwork Services aan het waterstofnetwerk en wordt onderzocht of er ruimte is voor nieuwe kerncentrales.” Aan dat rijtje kan Van Kruchten met gemak nog een aantal projecten toevoegen. Dit geldt ook voor Fabri, met alleen al negen hoogspanningsprojecten in cluster Rotterdam-Moerdijk.
De groei naar overzicht
Zeeland en Rotterdam-Moerdijk zijn de eerste twee regio’s in Nederland waar extra aandacht is voor het op elkaar laten aansluiten van projecten. Van Kruchten noemt het nu een “no-brainer” en ook Fabri zegt dat het “bijna onlogisch is dat het tot nu toe niet gebeurde”. Maar allebei geven ze ook aan dat hier goede redenen voor zijn. Fabri: “EZK is een heel groot ministerie waar lang niet alle collega’s elkaar kennen. Laat staan dat iedereen van elkaar weet wie met welke projecten bezig is.” Van Kruchten: “Er worden nu veel meer projecten opgestart dan in het verleden en dat heeft impact. Daarom zorgen we nu als eerste dat projectleiders een goed overzicht hebben van hoe projecten overlappen.”
Fabri ziet dat er ook behoefte is aan overzicht in de omgeving: “Met name bedrijven en de industrie willen weten wat we doen. Om te verduurzamen is vaak extra netcapaciteit nodig. Het kan echter tot 2030 duren voordat die capaciteit er werkelijk is. Die boodschap komt soms hard aan, want dat betekent een limiet voor verduurzamingsmogelijkheden van bedrijven en industrie. Duidelijkheid is desondanks stap één, daar kun je namelijk een investeringsplan op maken.” Daarnaast heeft heldere communicatie nog een tweede functie: “We werken intensief samen om te kijken of we regionale en landelijke projecten ook op elkaar kunnen laten aansluiten. Hierdoor hoop je versnelling te bereiken.”
Het verbeteren van de leefkwaliteit in de regio
Het is dus een enorme puzzel met flinke uitdagingen. Het ‘slechte’ nieuws, dat de capaciteit er vaak pas is rond 2030, wordt echter vergezeld door positiviteit. Van Kruchten benadrukt dat er ook voordelen voor de regio zijn: “Er heerst vaak het idee: ‘Energieprojecten gaan veel impact op de leefomgeving hebben.’ Dat klopt, maar vanuit het Rijk hebben we ook de mogelijkheid om de leefkwaliteit te verbeteren. Voor de Gebiedsinvestering Netten op zee komt in ieder geval vijftig miljoen vrij voor de regio Zeeland. Hoe dit bedrag besteed gaat worden, werkt de regio en de provincie nu zelf uit in een regioplan, om de leefkwaliteit te verhogen. Daarmee geven we wat terug.”
“Tien jaar geleden konden we niet overzien hoe groot dit zou worden”
Een groot energie-infrastructuurproject brengt veel uitdagingen met zich mee. Bijvoorbeeld op het gebied van ruimte, vergunningen en het betrekken van alle partners. Bas Pulles, projectdirecteur Delta Rhine Corridor bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), en Guido Custers, projectdirecteur van Hynetwork Services, vertellen meer over hun ervaringen bij de Delta Rhine Corridor. Ondanks de enorme omvang en complexiteit van dit project vonden ze toch manieren om het proces succesvol te versnellen.
Snel transport van waterstof, CO2 en gelijkstroom tussen de Rotterdamse haven, en de grootste industrieclusters langs de Rijn, in Limburg, het Ruhrgebied en Ludwigshafen in Duitsland. Dat is het doel van de buisleidingen die worden aangelegd voor het project Delta Rhine Corridor. De pijpleidingen moeten alleen al in Nederland een afstand van 260 kilometer afleggen door 3 provincies en langs 29 gemeenten en hebben daarmee een behoorlijke ruimtelijke impact. Pulles legt uit: “De Delta Rhine Corridor is een strook land van maximaal 70 meter breed, die volgens de Structuurvisie Buisleidingen bestemd is voor leidingen met gevaarlijke stoffen. Het is maar de vraag of alles binnen die strook past, want daar liggen nu ook al andere buizen in, bijvoorbeeld met gas en op sommige plekken is de strook minder breed.”
Elk stukje apart ontwerpen
Wat kom je allemaal tegen bij het uitwerken van zo’n lang tracé? “De Structuurvisie Buisleidingen, die dateert uit 2012, is een behulpzaam document, omdat de hoofdlijnen van het tracé erop staan”, vertelt Custers. “Maar er is natuurlijk ook veel veranderd in de afgelopen elf jaar. We moeten daarom voor elk stukje van het tracé apart de mogelijkheden en knelpunten in kaart brengen en een ontwerp maken voor hoe de buisleidingen exact kunnen gaan lopen. Vervolgens publiceren we een conceptvisie, gaan we vergunningen aanvragen, volgen er inspraakrondes, enzovoorts. Dit proces duurt jaren, en pas daarna kunnen we beginnen met aanleggen!”
Versnelling ondanks onzekerheden
Volgens de voorlopige planning is de Corridor eind 2028 klaar. Een ambitieuze planning, geeft Pulles toe. “We doen dan ook alles om het proces te versnellen. Dat zit op verschillende niveaus. Ten eerste publiceerden we het Voornemen en voorstel voor participatie zonder dat duidelijk was welke partijen delen van de van de buisleidingen gingen aanleggen. Dit werd pas verderop in het proces verder uitgewerkt. We lieten die processen parallel lopen ondanks dergelijke onzekerheden.
Ten tweede tuigden we de huidige projectdirectie op, met vertegenwoordiging vanuit de publieke sector. De Rijksoverheid ondersteunt het project niet alleen ruimtelijk, maar ook op het gebied van de financiering en het contact met Duitsland. Bovendien heeft ons project invloed op beleid dat wordt gemaakt door het Rijk. Bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid: we houden de optie open om op termijn ook een buisleiding aan te leggen om ammoniak te transporteren, maar daaromheen spelen verschillende veiligheidsvraagstukken. We nemen een actieve rol op ons om de verschillende overheden bij de verdere beleidsvorming op ammoniak en de veiligheidsvraagstukken een stap verder te krijgen.”
In een compact land als Nederland is het belangrijk om verschillende ruimtelijke projecten aan elkaar te koppelen. “We zetten erop in om waar mogelijk aan te sluiten bij andere ruimtelijke projecten, zeker daar waar het communicatie met omwonenden betreft”, vertelt Custers. “We kijken echt nauwkeurig naar ieder stuk van het tracé, op zoek naar kansen.”
“Tien jaar geleden konden we niet overzien hoe groot dit zou worden”
Energie opwekken op zee wordt de motor van ons duurzame energiesysteem. Al die energie moet ook naar land gebracht worden. Wat is hiervoor nodig en hoe doe je dit op een manier die de kwetsbare omgeving niet schaadt? Hierover spreken we Inger Huizing – clusterleider voor de ‘Netten op zee’ bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Johanna Breuning van TenneT – Regioregisseur Zeeland en omgevings- manager voor drie lopende projecten (Net op zee IJmuiden Ver Alpha, Nederwiek 1 en Hoogspanningsstation Omgeving Sloegebied), VAWOZ 2031-2040 en betrokken bij bijna alle projecten die in Zeeland liepen.
“Tien jaar geleden konden we niet overzien hoe groot dit zou worden”
Energie opwekken op zee wordt de motor van ons duurzame energiesysteem. Al die energie moet ook naar land gebracht worden. Wat is hiervoor nodig en hoe doe je dit op een manier die de kwetsbare omgeving niet schaadt? Hierover spreken we Inger Huizing – clusterleider voor de ‘Netten op zee’ bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Johanna Breuning van TenneT – Regioregisseur Zeeland en omgevings- manager voor drie lopende projecten (Net op zee IJmuiden Ver Alpha, Nederwiek 1 en Hoogspanningsstation Omgeving Sloegebied), VAWOZ 2031-2040 en betrokken bij bijna alle projecten die in Zeeland liepen.
Het programma ‘Net op zee’ loopt nu tien jaar en overtreft alle verwachtingen. Huizing legt uit: “Toen wij tien jaar geleden begonnen, konden we niet overzien hoe groot dit programma zou worden. Wij werken nu toe naar de procedures en de realisatie van alle projecten die rond 2030 gereed moeten zijn. Als dat ons lukt hebben we in 2030 een enorme mijlpaal bereikt: 21 Gigawatt (GW) aan windenergie op zee.” Breuning schetst hoeveel energie dit oplevert: “Als je het puur hebt over huishoudens zou dat zo’n twintig miljoen Nederlandse huishoudens van stroom voorzien.”
Stekkerdozen die vele voetbalvelden groot zijn
Om de grote ambities voor wind op zee te behalen heeft EZK een planmatige aanpak ontwikkeld door middel van route- kaarten en het doen van integrale verkenningen naar nieuwe aanlandingen. En qua technologie is opschaling mogelijk door de stap te maken van 700 Megawatt (MW) wisselstroom aansluiting naar 2 GW gelijkstroom. “Voor projecten vanaf honderd kilometer uit de kust is wisselstroom niet meer rendabel,” vertelt Breuning. “Dus moeten we werken met gigantische hoeveelheden gelijkstroom. Hiervoor bouwen we platforms op zee, waar de opgewekte stroom omgezet kan worden naar gelijkstroom. Dit zijn een soort ‘stekkerdozen’ van vele voetbalvelden groot. Vanaf daar gaat de gelijkstroomkabel onder de zeebodem door naar land, waar de elektriciteit weer omgezet wordt in wisselstroom. Hiervoor zijn opnieuw grote stekkerdozen nodig, maar dan op land. Er waren al dergelijke stopcontacten ontwikkeld in Duitsland, maar dat was voor lagere vermogens. Het betreft hier speciaal ontwikkelde nieuwe techniek en een nieuwe kabel waar we de markt hebben laten meeontwikkelen in het zogenaamde 2 Gigawatt-programma.”
Oog voor de omgeving en natuurinclusief bouwen
Bij het realiseren van projecten is ook oog voor de omgeving. Huizing benadrukt: “De ruimte is beperkt, er zijn veel verschil- lende belangen en de opgave wordt steeds groter. Dat beïnvloedt je onderzoek en proces. Wij maken in een vroeg stadium van een project ons voornemen kenbaar, komen met een omgevingsparticipatieplan en proberen continu de omgeving mee te nemen.” Dat moet ook wel, want over tien jaar loopt waarschijnlijk weer een grote hoeveelheid nieuwe projecten om het doel van 50 GW in 2040 te halen. Deze ambitie vraagt om versnelling, Breuning zegt over het bereiken hiervan: “Door processtappen parallel te schakelen waar het kan en gebruik te maken van onderzoek bijvoorbeeld waar eerder al verkenningen zijn gedaan, kunnen project- procedures in 2,5 in plaats van 3,5 jaar doorlopen worden. Maar ook hebben we een heldere stip op de horizon en deden we enorm veel ervaring op die we voor nieuwe projecten kunnen gebruiken.”
Ten slotte moet de aanleg van projecten de natuur zo min mogelijk schaden. Onderzoek is daarbij belangrijk, zegt Breuning. “We werken nauw samen met de Wageningen Universiteit om rekening te houden met het zeeleven. We bouwen natuurinclusief: dat houdt in dat we bijvoorbeeld kunstmatige riffen aanleggen. Ook op land kijken we hoe we het beste een converterstation aanleggen. Kun je bijvoorbeeld zorgen dat vogels kunnen blijven nestelen? Je hebt effect op de omgeving, maar dat willen we compenseren door goede maatregelen te nemen.”
Voortgang van energieprojecten in 2023
De ambities voor het duurzame energiesysteem zijn hoog. Gelukkig boekten we het afgelopen jaar veel vooruitgang. Zowel op land als op zee. Hieronder een greep uit de voortgang van MIEK- en RCR/Projectprocedure-projecten.
Resultaten en vooruitblik
RCR
In dit rapport staan de huidige energieprojecten in Nederland op een rij. In het bijzonder de projecten die onder het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie & Klimaat (MIEK) en de Rijkscoördinatieregeling (RCR) / projectprocedure vallen. In dit onderdeel leest u meer informatie over deze twee Rijkstrajecten.
De Rijkscoördinatieregeling (RCR) en de projectprocedure
Voor grote energieprojecten van nationaal belang is het Rijk op grond van de wet het bevoegde gezag voor de ruimtelijke inpassing en verzorgt het de coördinatie van de benodigde vergunningen. Vaak gaat het om projecten die de grenzen van een gemeente of provincie overstijgen. De inpassing van deze projecten vanuit het Rijk verliep via de Rijkscoördinatieregeling (RCR). Sinds 1 januari is dit vervangen door de Projectprocedure.
In de RCR worden de verschillende besluiten (vergunningen en ontheffingen) die nodig zijn tegelijk en in onderling overleg met regionale overheden genomen. Het gaat daarnaast meestal ook om een Inpassingsplan van het Rijk. Daarmee wordt het geldende bestemmingsplan gewijzigd. In zo’n Inpassingsplan staan de nieuwe bestemming van de grond, de bijbehorende regels en het geplande gebruik ervan.
Ook omwonenden van een nieuw te realiseren energieproject worden via de RCR betrokken bij de inpassing. Op informatie- avonden en andere participatiemomenten kunnen de omgeving, burgers en andere betrokkenen reacties of andere inbreng leveren. Ook zijn er op grond van de geldende wetgeving diverse formele momenten voor inspraak in het proces. Die worden later toegelicht.
RCR versnelt ook
De RCR werkt ook als versnelling in de realisatie van grote energieprojecten. Zo is door de RCR de procedure voor een project beter gestroomlijnd: het ruimtelijk besluit en vergunningen worden parallel voorbereid en samen gepubliceerd. Daarnaast is beroep slechts in één instantie mogelijk. Ook is bij de toepassing ervan veel aandacht voor versnelling (dan wel het voorkomen van vertraging) binnen het besluitvormingsproces. Bijvoorbeeld door het zorgvuldig betrekken van de omgeving en te investeren in bestuurlijke samenwerking met betrokken gemeentes en provincies.
De nieuwe Omgevingswet: van RCR naar projectprocedure
Na de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 is de RCR vervangen door de project- procedure. Dit is een vergelijkbare speciale procedure voor grote energieprojecten waarbij het Rijk het bevoegd gezag neemt en zorgt voor versnelling en (gelijktijdige) coördinatie van besluiten en inpassingsplannen. In de werkwijze van het ministerie van EZK is afgelopen jaar al vooruitgelopen op de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
Meer weten?
MIEK
In dit rapport staan de huidige energieprojecten in Nederland op een rij. In het bijzonder de projecten die onder het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie & Klimaat (MIEK) en de Rijkscoördinatieregeling (RCR) / projectprocedure vallen. In dit onderdeel leest u meer informatie over deze twee Rijkstrajecten.
MIEK
De overgang naar duurzame energie gaat helaas niet vanzelf. Een transitie brengt uitdagingen met zich mee op het gebied van coördinatie en onzekerheid:
Netbeheerders wachten op zekerheid van investeringen en bijbehorende aanvragen voor netaansluitingen door grootverbruikers.
Afnemers willen weten welke energie-infrastructuur wanneer klaar is, zodat zij hun verduurzamingsinvesteringen kunnen plannen.
De doorlooptijden van energie-infrastructuur projecten zijn lang.
Bovenstaande uitdagingen worden aangepakt via het MIEK. Het uiteindelijke doel is om belangrijke energie-infrastructuurprojecten te versnellen. Concreet worden projecten versneld door:
Energie-infrastructuur tijdig te programmeren. Dit betekent dat projecten die belangrijk zijn voor onze doelstellingen voor 2030 en 2050 op tijd worden gestart.
Energie-infrastructuurprojecten prioriteit te geven. MIEK-projecten krijgen door een nieuw prioriteringskader extra gewicht en daarmee voorrang in de plannen van de netbeheerders.
Energie-infrastructuurprojecten waar mogelijk te versnellen. Het MIEK voorkomt vertraging of versnelt projecten. Onder meer door aanpassingen in wet- en regelgeving voor procedures en vergunningen, het meedenken in ruimtelijke afwegingen, het bieden van financiële steun in de vroege planfases of het bieden van meer capaciteit bij vergunningstrajecten.
Toegang tot het MIEK
Grote energie-infrastructuurprojecten kunnen op dit moment via twee wegen worden aangedragen bij het nationale MIEK:
Projecten die voortkomen uit de Cluster Energie Strategieën (CES-sen): de energievraag en infrastructuurbehoefte vanuit de industrie is een uitgangspunt voor het nationale MIEK. Energie-infrastructuurprojecten uit de industrie worden aangeleverd via de CES-sen.
Projecten die voortkomen uit een provinciale MIEK (pMIEK): Sectoren zoals woningbouw, mobiliteit, landbouw en lokale industrie hebben voor hun verduurzamingsopgave tijdig energie- en grondstoffeninfrastructuur nodig. Omdat deze energievraag en -opwek meer verspreid is over het land, wordt deze infrastructuur regionaal in kaart gebracht via de pMIEK’s. De eerste pMIEK’s zijn dit jaar voor de zomer opgeleverd.
Toegangscriteria tot het MIEK
Een project kan worden toegelaten tot het nationale MIEK als het voldoet aan alle volgende criteria:
Het is toekomstbestendig en past in verschillende ontwikkelpaden van het energiesysteem.
Het levert klimaatwinst op, draagt bij aan CO2-reductie en faciliteert verduurzaming.
Het is urgent en besluiten moeten tijdig kunnen worden genomen om de gewenste oplevering te halen.
Het speelt op nationaal schaalniveau en vormt de basis voor het toekomstig energiesysteem.
Toelating tot het MIEK
Voor projecten die worden ingediend voor het MIEK, stellen betrokken partijen een startnotitie op. Hierin staat een nadere toelichting op het project. Op basis hiervan stellen de minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en de minister voor Klimaat en Energie het MIEK vast. Dat gebeurt in het jaarlijkse Bestuurlijk Overleg MIEK (BO MIEK).
Het toekomstig energiesysteem
Ons energiesysteem ondergaat een grote verandering. Er zijn binnen het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) veel trajecten die hieraan bijdragen. Dit gebeurt onder andere op het gebied van strategie en visievorming, realisatie van energie-infrastructuurprojecten en de ruimtelijke inpassing van deze projecten.
Strategie
Nationaal Plan Energiesysteem (NPE): in dit plan staat een langetermijnvisie op het energiesysteem in 2050. En hoe we daar komen. Dit plan wordt iedere vijf jaar geactualiseerd, waardoor het mogelijk is om in te spelen op innovaties en maatschappelijke ontwikkelingen. In het plan staat ook welke bijdrage de Rijksoverheid en andere overheden (gemeenten, provincies) moeten leveren. En wat dit betekent voor burgers en ondernemers, zodat zij eigen keuzes kunnen maken.
Programma Energie Hoofdstructuur (PEH): dit programma laat zien welke nieuwe nationale energie-infrastructuur nodig is richting 2050, welke ruimte dit vergt en wat een slimme plaatsing is. Met deze inzichten kunnen overheden, netbeheerders en andere betrokken partijen eerder afspraken maken over de benodigde ruimte voor energie-infrastructuur. Het PEH geeft daarbij ook kaders mee om zorgvuldig om te gaan met de ruimte voor onder andere natuur, cultureel erfgoed en leefbaarheid.
Realisatie
Wind op zee: Doordat Nederland aan de Noordzee ligt, kunnen wij veel windenergie op zee opwekken. Dit wordt dan ook de motor van ons nieuwe energiesysteem. Het doel is om rond 2030 ongeveer 21 Gigawatt (GW) aan windenergie op zee op te wekken. Grofweg betekent dit dat de windparken ons vanaf 2031 van driekwart van onze huidige elektriciteitsbehoefte voorzien. In 2040 is de ambitie om ruim 50 GW op te wekken en in 2050 70 GW.
Verbindingen Aanlandingen Wind op Zee (VAWOZ): Dit programma brengt samen met de omgeving kansrijke aanlandalternatieven in beeld. Dit zijn locaties waar windenergie aan land komt. Het gaat in dit geval om aanlandalternatieven voor 29 GW windenergie. Dit komt uit windenergiegebieden die in de periode 2031-2040 worden gerealiseerd. Hierbij wordt ook rekening gehouden met ontwikkelingen die tot 2050 nodig zijn.
Programma Aansluiting Wind op Zee – Eemshaven (PAWOZ-Eemshaven): Dit programma onderzoekt de mogelijkheden voor toekomstige kabel- en leidingroutes vanaf de Noordzee naar Eemshaven. Het gaat specifiek om de routes die energie van de windenergiegebieden Doordewind en Ten noorden van de Waddeneilanden naar het vasteland kunnen transporteren.
Kernenergie: De Rijksoverheid is verantwoordelijk voor het nationale en internationale beleid rond kernenergie. Denk aan het behoud en de uitbreiding van het aandeel van kernenergie in de Nederlandse energiemix.
Opwek van Energie op Rijksvastgoed (OER): Dit programma heeft als doel om met energie-opwek op Rijksvastgoed substantieel bij te dragen aan de doelstelling van de Regionale Energie Strategieën (RES). De doelstelling is: hernieuwbare opwek realiseren voor 2030.
Landelijke aanpak van netcongestie (LAN)
Netcongestie betekent dat de beschikbare netcapaciteit niet toereikend is voor de vraag naar elektriciteit. Het LAN bevat maatregelen om sneller nieuwe netuitbreidingen aan te leggen en bestaande netcapaciteit beter te benutten. Zowel voor opwek als voor verbruik van elektriciteit.
Impact op de leefomgeving
Energie-infrastructuurprojecten hebben impact op de omgeving. Daarom kijkt de Rijksoverheid steeds naar de beste mogelijkheden voor een verantwoorde inpassing van projecten. Specifiek voor de aanlandingen vanuit wind op zee stelde het kabinet 500 miljoen euro beschikbaar. Dit is bestemd voor gebiedsinvesteringen in de omgeving van vijf aanlandlocaties. Het gaat hierbij om netaansluitingen die rond 2030 gerealiseerd worden in het kader van de Aanvullende Routekaart Windenergie op Zee 2030. Het doel van de gebiedsinvesteringen is om de leefkwaliteit in de omgeving van aanlandlocaties te verbeteren.
Klimaatfamilie
Het ministerie van EZK is met haar trajecten niet de enige die aan de uitvoering van het klimaatakkoord werkt. Er zijn nog veel meer programma’s waarin de overheid samen met provincies, gemeenten en brancheorganisaties aan de uitvoering werkt. Hieronder vallen onder andere de Regionale Energie Strategieën, het Nationaal Waterstof Programma en het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie.
Op weg naar een duurzaam energiesysteem
Nederland werkt aan een toekomst met duurzame energie. Voor onze mobiliteit en huizen, maar ook voor onze industrie. Daarbij maken we steeds meer gebruik van duurzame energiebronnen. Zoals wind- en zonne-energie. Ook slaan we steeds vaker energie op, bijvoorbeeld via batterijen en waterstof. Om ervoor te zorgen dat we straks voldoende duurzame energie hebben, moeten we onze energie-infrastructuur uitbreiden en aanpassen. Zowel op land als op zee. Dat gebeurt via diverse grote energieprojecten door heel Nederland. Dit projectenboek biedt daarvan een overzicht.
Nederland is in transitie. We staan voor veel grote opgaven: de woningbouwopgave, de klimaat- en energietransitie, de verduurzaming van onze industrie, de stikstofcrisis en de overstap naar duurzame mobiliteit. De impact van deze ontwikkelingen op het energiesysteem is groot. Het leidt tot een forse groei van de behoefte aan duurzame elektriciteit en andere duurzame energie.
In rap tempo maken we de overstap
Het doel is om in 2050 klimaatneutraal te zijn. In 2030 moet Nederland 55% minder broeikasgassen uitstoten in vergelijking met 1990. Het streven is zelfs 60% vermindering. Dat betekent dat in 2030 al minimaal 27% van alle energie die we in Nederland gebruiken uit duurzame energiebronnen moet komen. De verbouwing van het energiesysteem in Nederland zal daarvoor in hoog tempo moeten plaatsvinden. Dit gaan we allemaal merken in Nederland.
Focus op bouwen
Om toe te werken naar een duurzaam energiesysteem lopen er in Nederland veel energieprojecten. Dit zijn projecten die de infrastructuur voor energie en grondstoffen aanpassen en uitbreiden, zodat we steeds meer kunnen overstappen op duurzame energie. Die projecten vinden plaats zowel op land als op zee. Het gaat bijvoorbeeld om windparken op zee en op land, nieuwe hoogspanningsverbindingen, leidingen voor het transport van waterstof en installaties voor het omvormen of opslaan van energie. Die opgave is niet mis. Zo moet alleen al in woonwijken één op de drie straten straks open om alle benodigde infrastructuur aan te kunnen leggen.
Realiseren van lopende energieprojecten
Misschien klinken 2030 en 2050 nog ver weg. Maar de zorgvuldige processen die aan projecten voorafgaan, zoals ruimtelijke inpassing, en het voldoen aan alle wettelijke eisen, kosten tijd. Dit betekent dat we met veel energieprojecten nu al moeten starten. Omdat we in deze relatief korte tijd overstappen op duurzame energie, lopen er veel energieprojecten tegelijkertijd. De Rijksoverheid werkt hierbij samen met decentrale overheden, netbeheerders en andere betrokken partijen. Dat gebeurt onder andere in het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie & Klimaat (MIEK) en de Rijkscoördinatieregeling (RCR/Projectprocedure).
Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie & Klimaat (MIEK)
Het MIEK bestaat uit energie-infrastructuurprojecten die belangrijk zijn voor verduurzaming van de industrie, de gebouwde omgeving, landbouw, mobiliteit én voor de realisatie van windenergie op zee. Het MIEK streeft ernaar om de uitvoering van projecten te versnellen en projecten tijdig te plannen met betrokken partijen. Onder andere door te onderzoeken welke aanpassingen in wet- en regelgeving mogelijk zijn om procedures en vergunningen te versnellen. Daarnaast krijgen MIEK-projecten prioriteit in de investeringsplannen bij netbeheerders. Hierdoor kunnen ze sneller gerealiseerd worden.
Rijkscoördinatieregeling (RCR/Projectprocedure)
Voor de inpassing van nationale energie-infrastructuurprojecten, kan gebruik worden gemaakt van de RCR/Projectprocedure. Hiermee zorgt het Rijk voor een zorgvuldige ruimtelijke inpassing en de coördinatie van de benodigde vergunningen. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) coördineert RCR-projecten. De minister voor Klimaat en Energie neemt samen met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) een ruimtelijk besluit. Vanaf 1 januari 2024 wordt de RCR met de inwerkingtreding van de Omgevingswet vervangen door de projectprocedure.
Een energiesysteem in transitie
In de fase tussen nu en 2050 bestaan het ‘oude’ en het ‘nieuwe’ systeem naast elkaar. Er is namelijk nu nog niet voldoende duurzame energie beschikbaar om onze fossiele brandstoffen, zoals aardgas, volledig te vervangen. Tegelijkertijd moet de energie-infrastructuur voor de hernieuwbare energie op orde zijn. Dat is nodig om duurzame energie te kunnen transporteren tijdens de transitie en om te voldoen aan de toenemende vraag naar met name elektriciteit en waterstof. De urgentie om tijdig infrastructuur voor de energietransitie uit te breiden is helder. Via het MIEK en RCR/Projectprocedure werkt de Rijksoverheid samen met alle betrokken partijen om de gezamenlijk ambitie te realiseren: Nederland uiterlijk in 2050 helemaal over op duurzame energie.
Projectenboek Nationale Energieprojecten
Het projectenboek Nationale energieprojecten in Nederland verschijnt ieder jaar. Het is een rapport dat een overzicht biedt van alle MIEK- en RCR/Projectprocedure-projecten. En het toont de status van alle lopende projecten onder deze twee programma's tot en met december 2023. In de eerste hoofdstukken van het boek staat informatie over het overkoepelende energiesysteem en de projecten en uitdagingen die daarbij horen. Ook staat er wat de Rijksoverheid doet om de belangrijke energie-infrastructuurprojecten zo snel mogelijk te realiseren. Verderop leest u per regio meer over de lopende projecten. Bijvoorbeeld over de status en de beoogde realisatiedatum. Ook bevat dit boek een overzichtskaart met alle projecten.
Meer informatie?
Voor een overzicht van alle projecten kunt u terecht op:
• MIEK: www.rijksoverheid.nl/grote-energieprojecten
• RCR/Projectprocedure: www.bureau-energieprojecten.nl
Verkenning waterstof-importterminals
Voor de verduurzaming van industrie, mobiliteit en de elektriciteitssector is het belangrijk dat er voldoende duurzaam waterstof beschikbaar is. Om voldoende waterstof beschikbaar te hebben, is naast eigen productie ook de import van waterstof nodig. Daarom verkent het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) samen met betrokken partijen de mogelijkheden van de inzet van importterminals. Daar kan waterstof vanuit andere landen worden opgeslagen.
Delta Rhine Corridor
De Delta Rhine Corridor is een bundel van ondergrondse buisleidingen en kabels. Deze wordt ontwikkeld in de buisleidingenstrook die loopt van Rotterdam via Moerdijk naar Zuid-Limburg en naar Duitsland. Het gaat vooralsnog om de voorbereiding voor aanleg van buisleidingen voor het transport van waterstof, CO₂ en ammoniak voor de industrie en meerdere ondergrondse gelijkstroomverbindingen.
Waterstofnetwerk Nederland
Om te verduurzamen stapt de industrie steeds meer over op het gebruik van duurzaam waterstof. Om dat mogelijk te maken moet eerst een netwerk van leidingen aangelegd worden voor het transport ervan. Daarom bouwt Gasuniedochter Hynetwork Services het Waterstofnetwerk Nederland. Dit is een landelijk netwerk dat de vraag naar en het aanbod van CO₂-vrije waterstof verbindt. Uiteindelijk wordt er 1.200 kilometer waterstofnetwerk in Nederland ontwikkeld, waarmee de vijf industriële clusters met elkaar worden verbonden. Waar mogelijk worden hiervoor bestaande buisleidingen benut die eerder voor het transport van gas werden gebruikt.
Windpark ten noorden van de Waddeneilanden kavel 1
Het Rijk wil een kavelbesluit nemen voor een windpark op zee van circa 700 Megawatt (MW) in het windenergiegebied Ten noorden van de Waddeneilanden. Dit is zo aangewezen in het Programma Noordzee 2022-2027, dat onderdeel is van het Nationaal Water Programma. Met het kavelbesluit wordt zowel een waterstofproject als een elektrische aansluiting op een TenneT-platform mogelijk gemaakt.
Windpark Nederwiek zuid kavel 1
Het Rijk wil een kavelbesluit nemen voor een windpark op zee: Nederwiek zuid 1. Dit windenergiegebied is aangewezen in het Nationaal Waterplan en de Rijksstructuurvisie Windenergie op Zee. De kavel biedt ruimte voor een windpark van circa 2 Gigawatt (GW).
Windpark kavels IJmuiden Ver Alpha, Beta en Gamma
In het windenergiegebied IJmuiden Ver liggen drie kavels: Alpha, Beta en Gamma. Kavel Alpha en Beta worden gezamenlijk voorbereid, waarna de vergunningen worden toegewezen. Alpha en Beta hebben allebei ruimte voor windmolens die gezamenlijk zo’n 2 Gigawatt (GW) opwekken. De kavels zijn samen dus goed voor 4 GW hernieuwbare energie op zee. Kavel Gamma levert ook nog eens 2 GW op. Dat brengt het totaal van de drie kavels dus op 6 GW aan hernieuwbare energie.
Netten op zee: aanlandingen voor windenergie op zee
Energie die op zee wordt opgewekt, moet naar het vasteland worden getransporteerd. Dat gebeurt via platforms in de windenergiegebieden. Die werken als een soort stopcontact. Vanaf de platforms gaat opgewekte energie via een kabel, of in het geval van waterstof via een buisleiding, naar het vasteland. Daar zet een ‘converterstation’ de opgewekte energie om zodat het vervolgens via het landelijke hoogspanningsnet verder getransporteerd kan worden. De ‘netten op zee’, zijn opgenomen voor inpassing en realisatie onder het MIEK en de ruimtelijke inpassing door middel van de RCR.
Uitbreidingen van het hoogspanningsnet
Het elektriciteitsnet wordt door de netbeheerders uitgebreid zodat alle beschikbare duurzame elektriciteit het net op kan en nieuwe afnemers aangesloten kunnen worden. Denk bij uitbreiden aan bestaande verbindingen opwaarderen, hoogspanningsstations uitbreiden of nieuwe hoogspanningsverbindingen en stations aanleggen. Deze netuitbreidingen vallen vaak onder zowel het MIEK als de RCR.
CO2-opslag
Met name voor de industrie is er op de korte termijn nog niet voldoende duurzame energie beschikbaar om volledig over te stappen. We kunnen echter niet wachten tot de nieuwe energie-infrastructuur gereed is. Daarom wordt binnen het MIEK en de RCR ook gewerkt aan projecten om CO2 op te vangen en op te slaan in lege gasvelden onder de Noordzee.
Kernenergie
We halen zoveel mogelijk energie uit wind en zon. Maar de zon schijnt niet altijd en het is soms windstil. Andere technieken zijn nodig om altijd aan de energiebehoefte te kunnen voldoen. Daarom zet de overheid ook in op kernenergie. Concreet wil het kabinet twee nieuwe kerncentrales bouwen. Deze zullen met behulp van de RCR worden ingepast. Daarnaast blijft de bestaande kerncentrale in Borssele langer open.
LNG & Mijnbouw
Onder de RCR/ rojectprocedure worden ook LNG-installaties aangelegd en uitgebreid met een capaciteit van ten minste vier miljard kubieke meter. Daarnaast komen er mijnbouwwerken voor de opslag van stoffen en bijbehorende pijpleidingen.
Warmte
Ook het uitbreiden van warmteleidingen is een belangrijk onderdeel van een duurzaam energiesysteem. Daarmee kunnen woningen straks verwarmd worden met nieuwe bronnen, zoals restwarmte van de industrie.
Overstap naar groene waterstof
We gaan gebruikmaken van groene waterstof, geproduceerd met elektriciteit op zowel land als zee. Om waterstof door het land te vervoeren, is infrastructuur nodig. Hiervoor kunnen we aardgasinfrastructuur grotendeels hergebruiken. Daarnaast zijn er extra buisleidingen nodig. Deze leidingen vormen gezamenlijk het Waterstofnetwerk Nederland. Dit wordt met behulp van het MIEK en de RCR gerealiseerd.
Windparken op zee
Om de ambities van windenergie op zee te behalen zijn veel windturbines op zee nodig. De locaties van deze windparken op de Noordzee – zogenoemde kavelbesluiten – worden via de RCR zo goed mogelijk ingepast.
Energieprojecten in Zeeland
Welke projecten lopen er in Zeeland?
Er lopen diverse grote MIEK- en RCR-projecten in de provincie Zeeland. Voorbeelden hiervan zijn:
· Het aanleggen van het waterstofnetwerk Zuidwest-Nederland.
· De verkenning van aanlandingen van windenergie op zee.
· Het uitbreiden van het hoogspanningsnet, zoals de 380 kV Zeeuws-Vlaanderen.
Naast bovenstaande projecten wordt er gewerkt aan infrastructuur voor CO2-opslag. De bedrijfsduurverlenging van de huidige kerncentrale én de procedures voor een of meerdere nieuwe kerncentrales staan gepland voor begin 2024.
Locatie van de projecten in Zeeland
Veel MIEK- en RCR-projecten vinden plaats in en rondom het Sloegebied en bij Terneuzen. Veel projecten en programma’s zijn in 2023 gestart.
Groeiende uitdagingen rondom netcongestie
Het hoogspanningsnet zit in Zeeland aan de maximale capaciteit. Dit komt door een sterk groeiend aantal aanvragen voor aansluitingen. Naar aanleiding hiervan hebben netbeheerders TenneT en Stedin een onderzoek gedaan naar de knelpunten en mogelijke oplossingen. Meer informatie hierover op: https://www.tennet.eu/nl/nieuws/innovatieve-oplossingen-voor-netcongestie-zeeland.
Zeeland is een belangrijke schakel in het nieuwe energiesysteem. Door de gunstige ligging aan de kust komt hier veel energie van windparken op zee aan land. Ook staat in Borssele de enige kerncentrale van Nederland. Dit is een belangrijk onderdeel van ons toekomstige energiesysteem. Daarnaast ligt één van de grootste industrieclusters van Noordwest-Europa in Zeeland.
Welke projecten lopen er in Limburg?
Voorbeelden van projecten in de provincie Limburg zijn:
- De ontwikkeling van het Limburgse deel van de Delta Rhine Corridor. Dit is een buisleidingenbundel voor het transport van waterstof en grondstoffen.
- Het bijbouwen van extra hoogspanningsstations om het elektriciteitsnet te verzwaren en toekomstbestendig te maken. Een aantal van deze netverzwaringen worden opgeleverd in de periode 2028-2035.
- Het onderzoeken van een aanlanding van windenergie op zee.
Locaties van de projecten in Limburg
In Limburg concentreren MIEK- en RCR-projecten zich onder andere rond Chemelot en in de omgeving van Maasbracht. Hier wordt onder meer het net verzwaard met bijvoorbeeld de aanleg van een nieuwe 380 kV verbinding richting Eindhoven (start RCR-projectprocedure in 2024). Maar ook met verzwaringen van bestaande hoogspanningsverbindingen richting Graetheide, Eindhoven en Boxmeer. Verder zal het hoogspanningsstation Graetheide worden uitgebreid op de huidige locatie of een aanpalende locatie. Daarnaast worden de mogelijke aanlandlocaties voor windenergie op zee met behulp van een gelijkstroomverbinding via de buisleidingenstraat van de Delta Rhine Corridor onderzocht.
Smalste deel van Nederland
Op het smalste deel van Nederland komt een groot aantal infrabundels bij elkaar. Dit is bij Susteren, waar Nederland zo’n 4,8 kilometer breed is. Het inpassen van nieuwe projecten is hier een grote uitdaging. Daarom is het van belang om knelpunten te adresseren op basis van de opgaven die er liggen. Dan kunnen deze hierna opgelost worden.
Projecten waar mogelijk versnellen
Er zijn ook bedrijven, onder andere in het kader van maatwerkafspraken, die sneller willen verduurzamen. Zij worden nu beperkt door de gelimiteerde transportcapaciteit van energie-infrastructuur. Versnelling van projecten, zoals de uitbreiding van het 380 kV net tussen Maasbracht en Graetheide, wordt onderzocht.
Energieprojecten in Limburg
De provincie Limburg is een belangrijk kruispunt voor de infrastructuur van energie en grondstoffen. Bovendien verbindt het Nederland met het buitenland. Daarnaast ligt in de regio het industriecluster Chemelot. Ook zijn er meerdere zesde clusterbedrijven gevestigd. In de komende 10 jaar komt er naar verwachting extra duurzame energie-infrastructuur in de regio Limburg beschikbaar voor de verduurzamingsambities in de regio.
Energieprojecten in Zuid-Holland en Noord-Brabant
Welke projecten lopen er in Zuid-Holland en Noord-Brabant?
Voorbeelden van projecten in Zuid-Holland en Noord-Brabant zijn:
· Het mogelijk maken van de aanlanding van windenergie van zee.
· Het uitbreiden van het elektriciteitsnet.
· Het realiseren van de Delta Rhine Corridor: een groot buisleidingenstelsel voor transport van waterstof en grondstoffen.
· Het ontwikkelen van meerdere projecten voor CO2-opslag.
Locaties projecten Zuid-Holland en Noord-Brabant
De MIEK- en RCR-projecten in deze regio bevinden zich primair rond de Rotterdamse haven en in de regio Moerdijk.
Belangrijke mijlpalen in realisatie van projecten
Het afgelopen jaar startten diverse projecten in deze regio met de realisatie. Zo ging in oktober de eerste schop in de grond voor de aanleg van het landelijk waterstofnetwerk. Voor Porthos, een belangrijk CO2-opslag project, is dit jaar ook een definitief investeringsbesluit genomen.
Veel afhankelijkheden tussen projecten
Er lopen verschillende projecten. Waarvan een aantal voor de uitbreiding van het 380 kilovolt (kV) hoogspanningsnet en een groot deel voor uitbreiding van het 150 kV net rond de Rotterdamse haven. Veel van de projecten zijn van elkaar afhankelijk. De hoeveelheid elektriciteitsprojecten, hun onderlinge afhankelijkheden en de koppelingen met projecten van regionale netbeheerder Stedin, maken de opgave in dit gebied zeer complex.
Gebrek aan ruimte
Op het gebied Moerdijk-Geertruidenberg liggen tot 2030 grote ruimtelijke claims die samenhangen met de nationale en regionale energieprojecten. Ook na 2030 zal naar verwachting ruimte nodig zijn voor verdere doorontwikkeling van de energie-infrastructuur. Dit terwijl de ruimte in het gebied beperkt is en ook nodig is voor andere ontwikkelingen zoals economische activiteiten, mobiliteit, natuur en milieu.
Niet alleen als doorvoer
Projecten zoals de Delta Rhine Corridor en het landelijk waterstofnetwerk gaan dwars door Zuid-Holland en Noord-Brabant richting de rest van het land. Daarbij is het belangrijk dat de provincies ook de voordelen van deze nieuwe infrastructuur in de regio benutten.
In de regio’s Zuid-Holland en Noord-Brabant lopen momenteel veel energieprojecten. Zeker rondom de Rotterdamse haven en de regio Moerdijk. Het gaat in deze regio’s onder andere om het aan land brengen van windenergie op zee, uitbreidingen van het elektriciteitsnet en CO2-opslag vanuit de Rotterdamse haven onder de Noordzee.
Energieprojecten in Midden-Nederland
Welke projecten lopen er in Midden-Nederland?
Voorbeelden van projecten binnen de regio Midden-Nederland zijn:
- Het uitbreiden van een elektriciteitsverbinding die helemaal van Diemen, via Ens, richting Vierverlaten in Groningen loopt.
- Het realiseren van diverse windparken bijvoorbeeld Windpark Groen in Flevoland.
- Het aanleggen van een deel van het landelijk waterstofnetwerk.
Locaties projecten Midden-Nederland
De meeste energieprojecten in deze regio zijn primair te vinden in de provincies Flevoland en Overijssel.
Verspreide industrie
In tegenstelling tot de andere regio's, waar een groot industriecluster zit, is de industrie in Midden-Nederland meer verspreid. Ook deze verspreide industrie heeft duurzame energie nodig en dus moet er op veel plekken extra (vaak regionale) infrastructuur worden aangelegd.
Veel andere maatschappelijke opgaven
Er zijn veel andere maatschappelijke opgaven in de regio. Denk aan de verstedelijking in de regio Utrecht, of de uitdagingen rondom stikstof in Gelderland.
Ook in de provincies Utrecht, Flevoland, Gelderland en Overijssel lopen diverse MIEK- en RCR-projecten. Dit betreft onder andere de ontwikkeling van het waterstofnetwerk, uitbreidingen van het elektriciteitsnet en de realisatie van diverse windparken op land.
Energieprojecten in Noord-Nederland
Welke projecten lopen er in de regio Noord-Nederland?
In de regio Noord-Nederland lopen op dit moment veel nieuwe energieprojecten. Voorbeelden zijn:
· In de provincie Groningen wordt gewerkt aan de aanlanding van windenergie op zee via het Programma Aansluiting Wind Op Zee (PAWOZ).
· Er wordt een waterstofnetwerk aangelegd. Dit moet waterstof beter beschikbaar maken in de regio en richting de rest van het land. Daarbij wordt ook gekeken naar mogelijkheden om de ondergrondse opslagcapaciteit van waterstof te vergroten.
· Er is een LNG-importterminal gebouwd. Het voornemen is om deze locatie in de toekomst te gebruiken voor de import van waterstof.
In de regio Noord-Nederland lopen ook diverse projecten voor de uitbreiding van het elektriciteitsnet. Zo onderzoekt de Rijksoverheid samen met TenneT de aanleg van een nieuwe 380 kV hoogspanningsverbinding tussen Vierverlaten (bij Groningen) en Ens (Noordoostpolder). Verder lopen er bij Ternaard en de gemeenten Westerveld en Weststellingwerf nog een aantal gaswinningprojecten. Deze vallen onder de Rijkscoördinatieregeling (RCR).
Locaties van de projecten in Noord-Nederland
De energieprojecten spelen zich af in zowel Drenthe, Friesland als Groningen. Een aantal van deze projecten, zoals het waterstofnetwerk en de 380 kV hoogspanningsverbinding tussen Vierverlaten en Ens, loopt door meerdere provincies. Een clustering van projecten bevindt zich in en rondom de Eemshaven in Groningen.
Grote ruimtevraag voor energie in het industriecluster
In het industriecluster Noord-Nederland kan een grote ruimtevraag ontstaan voor energie en verduurzamingsprojecten. De aanlanding van wind op zee vraagt ruimte voor elektriciteitskabels en bijvoorbeeld converterstations. Door fluctuaties van de energieproductie, is naar verwachting flexibiliteit in de vorm van elektrolysers, batterijen en grootschalig regelbaar vermogen nodig. Dit vraagt ook ruimte voor aansluitingen op hoogspanningsstations.
Met zorg voor de leefomgeving
PAWOZ onderzoekt de aansluiting van windenergiegebieden boven de Waddeneilanden op de Eemshaven. De energie wordt via kabels, of in de toekomst misschien via een waterstofleiding, getransporteerd naar het vasteland. Eén van de grootste uitdagingen daarbij is om zo verantwoord mogelijk door de Waddenzee te gaan. De Waddenzee (inclusief de kwelders voor de kust) is namelijk een uniek en beschermd gebied. Onder meer in het kader van UNESCO Werelderfgoed en Natura 2000. Dit geeft bijzondere voorwaarden voor de aanlanding vanaf de windparken in de Eemshaven.
Ondergrondse opslag voor waterstof
Ondergrondse opslag van waterstof is een essentieel onderdeel van het energiesysteem van de toekomst. Een pilotproject verkent waterstofopslag in zoutcavernes. Een groot aantal mensen in Groningen en Noord-Drenthe leeft met de gevolgen van de gaswinning in Groningen. Daarom is bij de energietransitie een fundamenteel andere aanpak nodig. Denk aan het betrekken van bewoners en regionale overheden voorafgaand aan concrete projecten, afhandeling van eventuele schade en afspraken over baten naar de regio.
De regio Noord-Nederland is een belangrijke schakel bij het aan land brengen en opwekken van duurzame energie. Voor de verduurzaming in de regio wordt op meerdere ontwikkelingen ingezet. Denk aan het versterken van het elektriciteitsnet, het aanboren van duurzame energiebronnen als windenergie op zee, transport van energie naar land en de aanleg van een waterstofnetwerk.
Energieprojecten in Noord-Holland
Welke projecten lopen er in Noord-Holland?
Voorbeelden van projecten in Noord-Holland zijn:
- Het werken aan benodigde energie-infrastructuur om windenergie op zee aan land te krijgen.
- Het uitbreiden van de hoogspanningsnetten, onder andere met een nieuwe 380 kV hoogspanningsverbinding vanaf de bestaande 380 kV verbinding bij Amsterdam naar Middenmeer.
- Het ontwikkelen van deelinfrastructuur van het landelijk waterstofnetwerk.
Locaties projecten Noord-Holland
De meeste energieprojecten worden gerealiseerd in en rondom het industriecluster Noordzeekanaalgebied. Daarnaast wordt in de Kop van Noord-Holland het elektriciteitsnet uitgebreid. Dat is om de windenergie van zee te kunnen transporteren en de groeiende energiebehoefte op te vangen.
Veel projecten, weinig ruimte
De lopende energieprojecten in Noord-Holland vragen extra ruimte in een gebied, met name rond het Noordzeekanaalgebied en rondom Diemen. Hier is de ruimte al beperkt. Daarnaast zijn er ook veel andere maatschappelijke ontwikkelingen in de regio die ruimte nodig hebben. Bijvoorbeeld de economie, bedrijven, woningbouw en mobiliteit. Het goed inpassen van alle maatschappelijke behoeften is een uitdaging.
Kwetsbaar gebied
Mogelijke opties voor nieuwe energie-infrastructuur worden ook onderzocht in kwetsbare gebieden als de Beemster, Stelling van Amsterdam of Natura 2000-gebieden.
Projecten waar mogelijk versnellen
Onder andere de bedrijven in het Noordzeekanaalgebied willen hun verduurzamingsambities realiseren. Dit vraagt om tijdige realisatie van de energie-infrastructuur. Daarom wordt continu gezocht naar mogelijkheden om projecten in de regio te versnellen.
In de regio Noord-Holland, met name rond het Noordzeekanaalgebied (NZKG) en de Kop van Noord-Holland, lopen momenteel veel energieprojecten tegelijkertijd. Dit gaat om onder andere aanlandingen van windenergie op zee, uitbreidingen van het elektriciteitsnet en de aanleg van infrastructuur voor het transport en de opslag van waterstof.
Limburg
Zeeland
Zuid-Holland
Noord-Holland
Midden-Nederland
Noord-Nederland
Landelijke projecten in de regio
In dit rapport staan de huidige energieprojecten in Nederland op een rij. In het bijzonder de projecten die onder het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie & Klimaat (MIEK) en de Rijkscoördinatieregeling (RCR/Projectprocedure) vallen. In dit hoofdstuk leest u meer informatie over deze twee Rijkstrajecten.
MIEK en RCR/Projectprocedure
Landelijke projecten
Resultaten en terugblik
Interviews
Regio projecten
Landelijke projecten
Miek en RCR
Energieprojecten in Nederland
Het toekomstig energiesysteem
Het toekomstig energiesysteem
Ons energiesysteem ondergaat een grote verandering. Er zijn binnen het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) veel trajecten die hieraan bijdragen. Dit gebeurt onder andere op het gebied van strategie en visievorming, realisatie van energie-infrastructuurprojecten en de ruimtelijke inpassing van deze projecten.
Buisleidingen voor de energie van de toekomst
Interview met Bas Pulles en Guido Custers over de Delta Rhine Corridor.
“Tien jaar geleden konden we niet overzien hoe groot dit zou worden”
Interview met Inger Huizing en Johanna Breuning over de ‘Net op zee’-projecten.
Projecten in regio’s op elkaar laten aansluiten is een “no-brainer”
Interview met Suzan van Kruchten en Tom Fabri over de coördinatie van projecten in de regio.
Interviews
Op weg naar een duurzaam energiesysteem
Nederland werkt aan een toekomst met duurzame energie. Die energie gebruiken we voor onze huizen en om te reizen, maar ook voor onze industrie. Hiervoor gebruiken we steeds meer duurzame energiebronnen. Daarvoor is het belangrijk dat we onze energie-infrastructuur uitbreiden en aanpassen. Zowel op land als op zee. Dat gebeurt via diverse grote energieprojecten door heel Nederland. Dit projectenboek biedt daarvan een overzicht.
LNG & Mijnbouw
Aanlandingen voor
windenergie op zee
Kernenergie
Overstap naar groene waterstof
Uitbreiden van het
hoogspanningsnet
Warmte
CO2-opslag
Windparken op zee
Energieprojecten in Nederland
Het Nederlandse energiesysteem ondergaat grote veranderingen. Energie uit duurzame energiebronnen wordt op verschillende plekken opgewekt. Dit in tegenstelling tot de productie van energie uit fossiele brandstoffen, wat vaak op één plek gebeurt. Een verandering als deze vraagt om veel nieuwe energie-infrastructuur. Hieronder een overzicht van de energieprojecten onder het MIEK en RCR waaraan gewerkt wordt.